Niko - Minimelder

Welkom bij de instructievideo voor het gebruiken van de Niko minimelder.
Eerst en vooral beslis je hoe je de minimelder wilt gebruiken: als aanwezigheidsmelder of als afwezigheidsmelder.
Stel je het toestel in als aanwezigheidsmelder, dan wordt de verlichting automatisch in- en uitgeschakeld bij het betreden en verlaten van de ruimte.
Optioneel kun je ook een drukknop aansluiten.
Als je de ruimte verlaat en je wilt het licht onmiddellijk uitschakelen, druk je kort op de drukknop.
Je kunt het toestel enkel als afwezigheidsmelder gebruiken in combinatie met een drukknop.
Telkens je de ruimte betreedt, moet je de drukknop kort indrukken om het licht in te schakelen.
Uitschakelen gebeurt wanneer je opnieuw kort op de drukknop drukt of automatisch, wanneer de uitschakelvertraging verlopen is.
Schakel de spanning in. De rode indicatieled knippert gedurende 40 seconden en de aangesloten verlichting gaat 40 seconden branden. Dit is de opwarmtijd.
Wanneer deze verstreken is, knippert de groene led tweemaal kort na elkaar.
Voor je begint te programmeren, is het belangrijk de fabrieksinstelling te kennen.
Standaard is de minimelder ingesteld als aanwezigheidsmelder met een lichtgevoeligheid van 100 lux en een uitschakelvertraging van 5 minuten. Indien je de minimelder op deze manier wilt gebruiken, hoef je verder niets te doen.
Let wel: de afstandsbediening mag slechts 3 meter van de melder verwijderd zijn om de melder te kunnen instellen.
Zet de minimelder in de “instelmodus”. Druk daarvoor binnen een periode van 5 seconden 3 keer op de lock/unlock-toets. De groene led knippert 2 maal ter bevestiging.
Kies of je de melder wil instellen als aanwezigheids- of afwezigheidsmelder.
Stel nu het lichtsterkteniveau in. Druk hiervoor één maal op de juiste toets.
Je hebt keuze tussen vaste luxwaarden of een instelling op basis van het huidige lichtniveau.
Je stelt vaste luxwaarden in met de rode toetsen van 20 tot 1000 lux.
Je gebruikt het huidige lichtniveau met de toets “Learn actual lux”. Het toestel zal het aangeleerde lichtniveau instellen als minimumwaarde.
Stel nu de uitschakelvertraging in. Druk daarvoor op de blauwe toets met de gewenste tijd.
De basisinstellingen van je minimelder zijn nu geprogrammeerd.
Om het je gemakkelijk te maken, kun je deze basisinstellingen nu opslaan in het geheugen van de afstandsbediening om ze nadien te gebruiken voor het programmeren van andere mininimelders..
Om van deze functie gebruik te maken druk je op de toets “Memory in”, meteen nadat je alle basisinstellingen geprogrammeerd hebt. Je instellingen zijn nu opgeslagen in de afstandsbediening.
Wil je deze basisinstellingen doorsturen naar een andere minimelder, dan richt je de afstandsbediening op de nieuwe minimelder en druk je op de toets “Memory out”.
Een tweede extra functie is het terugzetten van je minimelder naar de fabrieksinstellingen.
Standaard is de minimelder ingesteld als aanwezigheidsmelder met lichtgevoeligheid van 100 lux en
een uitschakelvertraging van 5 minuten.
Om nieuwe instellingen te bewaren en de instelmodus te verlaten, druk je 1 maal op de Lock/unlock-toets of wacht je 1 minuut.
Tot slot overlopen we nog twee algemene functietoetsen. Deze worden niet gebruikt om het toestel in te stellen, maar wel om de instellingen na te gaan en de werking te testen. Het toestel mag hiervoor niet in instelmodus zijn. Wil je dit zeker zijn, wacht dan 1 minuut om verder te gaan of druk één maal op de Lock/Unlock-toets.
Wil je weten hoe een minimelder geprogrammeerd is, druk dan op de eerste algemene functietoets “status”. De groene en rode LEDs zullen je laten zien wat het ingestelde lichtsterkteniveau en de ingestelde uitschakelvertraging is.
Eerst knippert de groene led één keer.
Tel het aantal keer dat de rode led knippert. Je kent nu het ingestelde lichtsterkteniveau.
De groene led knippert opnieuw.
Tel het aantal keer dat de rode led knippert. Je kent nu de ingestelde uitschakelvertraging.
Met de tweede algemene functietoets kun je het detectiegebied nagaan. Druk op de toets Test on/off.
De verlichting wordt ingeschakeld en de rode indicatieled knippert gedurende vijf seconden. Wandel daarna rond in de kamer. De rode led knippert telkens als de sensor activiteit detecteert.
Alle verdere info is beschikbaar in de handleiding op niko.eu.